TEAMREFLECTIE
Hoe werken observaties als spiegel voor onze zorg?
In november 2020 gingen de eerste opgeleide observatoren van start met de methodiek Beelden van Kwaliteit. Hun observatieverslagen over het reilen en zeilen op een locatie geven de teams straks een mooi middel in handen om te reflecteren op hun handelen.
Naam / Bouk Schnaar Functie / Persoonlijk begeleider en observator Locatie / Woonlocatie Odion Karveelstraat, Zaandam
Bij Beelden van Kwaliteit loopt een observator een aantal weken mee op een van onze locaties waar cliënten wonen of werken. De observator kijkt, voelt en luistert wat er gebeurt, schrijft dit op en stelt vragen waar nodig. De focus daarbij ligt op de relatie en interacties tussen begeleiders en cliënten. Bouk Schnaar is een van de observatoren die in 2020 werd opgeleid. De opleiding werd georganiseerd in samenwerking met zorgorganisatie SIG en de Raphaëlstichting. Daarna ging Bouk drie weken lang op een van onze woonlocaties observeren. ‘Ik werd met open armen ontvangen’, vertelt ze. ‘Ook al wisten niet alle teamleden precies wat ze konden verwachten, hun uitgangspunt was dat dit ze alleen maar verder kon helpen. En zo’n team dat vooruit wil, dat is natuurlijk fantastisch. Aan collega’s die nog scepsis hadden, heb ik uitgelegd dat ik niet kwam om te oordelen, maar alleen ging opschrijven wat ik zou waarnemen. Dat leverde mooie gesprekken op. De cliënten, in dit geval mensen met een verstandelijke beperking, leken niet veel moeite te hebben met een nieuw gezicht op de locatie en vonden het interessant wat ik kwam doen.’
verwondering
Voor Bouk was het de eerste observatie na haar training. ‘Daarin word je geleerd om alles wat je zelf vindt van je af te gooien, en als onderzoeker met verwondering bij de locatie naar binnen te gaan’, herinnert ze zich. ‘De bedoeling is dat je waarneemt zonder oordeel, waarbij je je vooral focust op interacties: zowel die tussen cliënt en begeleider als die tussen cliënten en medewerkers onderling.’ Na de observatieperiode schijft de observator een zorgvuldig en waardenvrij verslag met beschrijvingen van concrete situaties die zich hebben voorgedaan (zogenaamde ‘beelden’). ‘Ik had ongeveer 70 observaties genoteerd, daarvan heb ik er zo’n vijftien uitgewerkt’, vertelt Bouk. ‘Er zat namelijk een maximum aan het aantal pagina’s. Het was best lastig om die schifting te maken. Je weegt constant af welke observaties mooie beelden hebben opgeleverd en wat het team eventueel met je observatie kan. Ook is het belangrijk om een goede balans te vinden tussen punten die om aandacht vragen en dingen die goed gaan en waar het team trots op mag zijn.’
‘Interacties laten zich niet vangen in vragen- en cijferlijsten’
panel
Het verslag van de observator werkt straks als een soort spiegel waarin onze zorgprofessionals zichzelf aan het werk zien en waarop ze kunnen reflecteren. ‘Dat wordt gestimuleerd door een gesprek met een panel’, legt Bouk uit. ‘Dit keer is gekozen voor functionarissen binnen Odion, zoals de manager zorg, een gedragsdeskundige en een medewerker van de ondersteunende diensten. Maar een andere keer kunnen dat ook externen zijn, zoals mensen van het zorgkantoor of collega-instellingen. Ik heb begrepen dat het panel tijdens zo’n gesprek het team bijvoorbeeld vraagt wat ze is opgevallen, waar ze trots op zijn en welke ontwikkeling ze al hebben ervaren. Ook denk ik dat het panel faciliterende vragen gaat stellen, waardoor het team nieuwe inzichten kan krijgen en wellicht een ontwikkelingsdoel kan formuleren. Een vraag kan bijvoorbeeld zijn: ‘Wat betekent het voor de cliënt dat jij zo de tijd neemt om haar te verzorgen?’ Als blijkt dat de cliënt dat fijn vindt, kun je als doel wellicht formuleren dat je dit voor iedere cliënt wilt realiseren. Maar als uit een andere observatie blijkt dat men tijdens dit soort betekenisvolle momenten vaak wordt gestoord door de telefoon, zou een ontwikkelingsdoel kunnen zijn om daar iets op te bedenken. Zo krijgen medewerkers meer inzicht in wat gedrag over en weer doet voor de (kwaliteit van de) relatie tussen hen en de cliënt.’ De panelgesprekken vinden begin 2021 plaats. Bouk is in ieder geval blij met haar nieuwe taak. ‘Het observeren is een bijzondere ervaring’, stelt ze. ‘En ook echt een meerwaarde voor Odion, vind ik. Interacties laten zich nu eenmaal niet vangen in vragen- en cijferlijsten.’