MEDISCH-VERPLEEG­KUNDIG TEAM

Van cliënt­gericht naar team­gericht

Het medisch-verpleegkundig team is in korte tijd gegroeid van twee naar vijf kwaliteitsverpleegkundigen en een verpleegkundig specialist. Na drie maanden in de huidige samenstelling is er al veel bereikt, maar er wacht een belangrijke opgave voor de kwaliteits­verpleegkundigen: de omschakeling van het helpen van cliënten naar bekwaam maken van teams.

Team het medisch-verpleegkundig team Locatie Service Bureau, Wormer Totaal aantal collega’s 6 inclusief Verpleegkundig specialist Datum dinsdag 19 december 2023 OP DE FOTO Voorste rij v.l.n.r. Laura (inmiddels uit dienst), Merel, Marlous Achterste rij, v.l.n.r. Hannie, Esther, Janneke, Marjan

behoefte

In de afgelopen jaren is de behoefte aan medisch-verpleegkundige ondersteuning op de locaties toegenomen. Dit komt omdat we meer locaties hebben gekregen voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel en/of een lichamelijk beperking. Bovendien wordt de groep die bij Odion woont steeds ouder en dat terwijl de thuiszorg minder tijd heeft om de vaak agogisch opgeleide medewerkers te assisteren. De behoefte aan medisch-verpleegkundige ondersteuning op de locaties neemt dus toe.

groei

Priscilla den Hartog en Marian Ooms maakten hier een start mee, later versterkt door Hannie Keizer. Maar toen Marian met pensioen ging en corona kwam, bleek een team van twee veel te krap voor alle uitdagingen. Esther en Janneke werden aangetrokken om te komen helpen. ‘Na corona pakten we de draad weer op’, vertelt een collega. ‘Maar als we iets op een locatie hadden uitgezet, hadden we geen tijd om dat te kunnen volgen. Toen Priscilla naar Leren en ontwikkelen vertrok, werd er een vacature uitgezet. Daar reageerden drie heel goede mensen op. Het management besloot toen dat ze alle drie mochten komen, juist vanwege die toegenomen behoefte aan medisch-verpleegkundige ondersteuning. Met verpleegkundig specialist Marjan Baas, tevens projectleider Palliatieve zorg, erbij was het team compleet.’

visie

De afgelopen twee jaar heeft het team de instelling gehad: ‘Is er iets op een locatie, dan komen we eraan en lossen het op.’ ‘Nadeel daarvan is, dat dit zelfde morgen wéér kan gebeuren’, schetst een teamlid. ‘Bovendien kunnen we op deze manier niet met zeven mensen 1750 cliënten bedienen. Én ons werk rond kwaliteitsverbetering raakte zo op de achtergrond.’ Daarom werkt het team nu aan een goede visie, waarbij de sleutel ligt bij de omschakeling van cliëntgericht werken naar teamgericht werken. Met andere woorden: zorgen dat medewerkers in teams beter zijn toegerust om medisch-verpleegkundige handelingen uit te voeren, in plaats van om die zelf te doen.

alertheid

Dat realiseert het team onder meer door op locaties de ‘Niet-pluistraining’ te geven, voor het bevorderen van medische alertheid. ‘Medewerkers leren dan om vitale functies te meten zoals bloeddruk, pols, temperatuur enzovoort’, licht een collega toe. ‘Ook besteden we aandacht aan de communicatie met bijvoorbeeld de huisarts. Wij leggen uit hoe je zo feitelijk mogelijk je informatie kunt overdragen aan mensen uit de medische wereld. Belangrijk onderdeel is ook het behandelen van cases rond cliënten. Als iemand ineens ander gedrag gaat vertonen, wordt vanuit de agogische achtergrond vaak sterk ingezet op dat gedrag. Terwijl de oorzaak ook best iets fysieks kan zijn. Door die bewustwording en door medewerkers te scholen, valt dus veel winst te behalen.’

‘Door die bewustwording en door medewerkers te scholen, valt dus veel winst te behalen.’

toetsers

Dat gebeurt onder meer door het trainen van de zogenaamde gedelegeerde toetsers. ‘Dat zijn collega’s op locaties die door ons als kwaliteitsverpleegkundigen worden geschoold op voorkomende medisch-verpleegkundige handelingen’, legt een teamlid uit. ‘Dit met de bedoeling dat zij dan weer hun collega’s kunnen scholen en toetsen – een train-de-trainerprincipe dus. Het afgelopen jaar hebben we daar een goede slag in kunnen maken.’

onbewust onbekwaam

Daarnaast is het team begonnen om op locaties te inventariseren welke handelingen worden uitgevoerd zonder dat mensen daarvoor geschoold zijn. Dat zijn er behoorlijk veel, concludeert het team. ‘Iedereen wordt tegenwoordig door de huisarts naar huis gestuurd met de boodschap dat je voor dat prikje zetten maar even moet kijken naar dat filmpje op YouTube. ‘Oh, dat kan ik wel’, denk je dan. Maar als professionals heb je met andere regels te maken.’ Het wordt het team door locaties niet altijd in dank afgenomen als ze vertellen dat iemand bepaalde handelingen eigenlijk helemaal niet mag doen. ‘Temeer omdat daar vaak van alles achteraan komt, namelijk dat iemand geschoold moet worden. Daar zit niet iedereen op te wachten. Maar vaak beseft men: ‘Oh ja, dit moet ik inderdaad leren, want eigenlijk weet ik niet goed wat ik precies doe en waarom ik het op deze manier doe.’ Dat bewustzijn wordt groter.’

dynamiek

Door de snelle groei én het feit dat er veel op locaties wordt gewerkt, is het vooralsnog een uitdaging om een hecht team te smeden. De dynamiek moet nog groeien en dat kost tijd. Wel is afgesproken dat iedereen elkaar iedere dinsdagochtend treft aan het Service Bureau. Daar bespreekt het team casussen, nieuwe projecten en de taakverdeling van die week. Hoewel er nog genoeg uitdagingen zijn, zijn de teamleden tevreden over de manier waarop ze gebruik maken van de aanwezige krachten en talenten en de veiligheid en openheid die er al is binnen het team – dat is eigenlijk best bijzonder in drie maanden, vinden ze!