BEWEGINGEN VOOR DE TOEKOMST
Hoe raken onze zes ontwikkelopgaven jouw werk?
BEWEGINGEN VOOR DE TOEKOMST
Hoe raken onze zes ontwikkelopgaven jouw werk?
De zes ontwikkelopgaven zijn bewegingen die ons kunnen helpen bij de uitdagingen waarvoor we als organisatie staan in de komende jaren. Menno de Ruiter (Odion Veldvliegerweg en OR-lid) en Miranda Rinkel (medewerker flexpool en trajectbegeleider Logeren) gingen met bestuurder Annemarie van Dalen in gesprek over wat deze betekenen in ons dagelijkse werk.
Om de ontwikkelopgaven inhoudelijk te kunnen plaatsen, schetst Annemarie eerst wat de aanleiding hiervan is. ‘Als Odion zijn we er om betekenisvolle zorg te bieden aan onze cliënten, met geïnspireerde en vakkundige medewerkers en met een financieel gezonde basis’, stelt ze. ‘En de manier waaróp we dat willen doen, is beschreven in ons Odion Kompas. Kijk je echter naar de toekomst, dan zie je twee belangrijke ontwikkelingen: door de vergrijzing gaat de zorgvraag enorm toenemen. En het aantal jonge mensen neemt juist af, waardoor het aantal werkende mensen minder wordt. Dat geeft als uitdagingen: hoe houden we de zorg betaalbaar en hoe zorgen we dat we met hetzelfde aantal collega’s meer mensen kunnen ondersteunen? Daar zijn natuurlijk geen klip-en-klare oplossingen voor, maar de ontwikkelopgaven die we hebben geformuleerd, vormen een richting waarvan we denken: ‘Als we dit gaan doen, zou dat kunnen helpen’. Vandaar dat de ontwikkelopgaven ook de leidraad vormen voor de koersplannen van de teams.’
je doet het al
In het team van Miranda zijn ze op papier nog niet bezig met het koersplan. ‘We zijn momenteel Logeren opnieuw vorm aan het geven’, legt ze uit. ‘Onze teamleider wilde nét het koersplan met ons oppakken, toen de nieuwe locatie Logeren Assendelft zich aandiende. Dus de aandacht ligt nu vooral daar.’ ‘Ja, maar het mooie is juist: dat ís een deel van de ontwikkelopgave, je bent er dus al mee bezig’, pareert Annemarie. ‘Een van de zes bewegingen is namelijk intensivering van de zorg thuis, zodat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Een onderdeel daarvan kan zijn: mogelijkheden hebben om mensen te laten logeren. Zo worden ouders of verwanten even ontlast en kunnen zij hun deel in de zorg langer volhouden. Dus waar jij mee bezig bent, past heel erg in deze ontwikkeling.’ andere
manier van denken
De zes bewegingen staan bovendien niet op zichzelf, stelt Annemarie. ‘Ze klikken in elkaar. Neem samen zorgen. Daarbij kijk je eerst naar wat voor zorg en ondersteuning iemand nodig heeft. De eerste vraag wordt dan: wat kan diegene zelf? En vraag twee is: wat gaan de mensen om die persoon heen doen? Dan heb je het over ouders, verwanten, vrijwilligers of andere mensen in het netwerk. Daarna heb je de derde vraag, namelijk hoe zorgtechnologie kan helpen bij de ondersteuningsvraag. En dán komt de vraag: wat gaat de zorgprofessional doen?’ ‘Ja, dat is een wezenlijk andere manier van denken’, concludeert Miranda. ‘Voorheen was de houding: kom maar hier, wij weten wat goed voor je is en nemen het over. Iemand heeft zelfs ooit tegen me gezegd: ‘Zo, nu ben jij zijn moeder’.’
spannend
Menno juicht deze manier van denken toe. ‘In de OR hebben we hier iedere week gesprekken over’, vertelt hij. ‘En omdat ik tegenwoordig ook voor Odion iXi (de afdeling Zorgtechnologie, red.) werk, komt voor mij nu alles samen. Ik voel de ruimte en de vrijheid om met cliënten te onderzoeken hoe ik via zorgtechnologie kan bijdragen aan hun eigen regie. Daarom vind ik dit een heel leuke en spannende periode.’ ‘Ja, ik herken dat wel’, beaamt Miranda. ‘Ik krijg ook veel vrijheid in die ontwikkelingen rond Logeren. Als je wilt, kun je je eigen rol pakken en daardoor sta je nog meer in je kracht. Dus ik ben met je eens dat dit een heel leuke periode is.’ ‘Ik zie het ook zo: met hoe we vroeger zorgden, beperkten we alles wat mogelijk had kúnnen zijn’, vult Menno aan. ‘Nu ga je veel meer uit van de eigen kracht van de bewoner en is het: probeer maar. Vooral bij bewoners die al heel lang op de locatie wonen, merk je daardoor een soort opluchting.’
Miranda: ‘Je hoeft je kind niet los te laten, je mag het nu anders gaan vasthouden’
geschiedenis
Ondanks haar enthousiasme, heeft Miranda ook een vraag. ‘Soms vind ik dat de indruk wordt gewekt dat we aan de vooravond van een nieuw tijdperk staan’, zegt ze. ‘Maar jaren geleden stonden werkgevers ook te flyeren op de markt om iedereen binnen te halen die maar bij ze wilde werken. En ik heb een tijdje een Thomashuis gehad, daar was ik allang bezig met een soort Samen zorgen. Dus is het niet zo dat de geschiedenis zich herhaalt?’ ‘Nee, dat denk ik niet’, antwoordt Annemarie. ‘Een aantal vragen zullen altijd terugkomen, zoals: hoe gaan we de ondersteuningsvraag van mensen beantwoorden? En hoe zorgen we dat we daarvoor voldoende mensen hebben? Maar de manieren waarop we met die vragen omgaan, die veranderen. Jaren geleden hadden we bijvoorbeeld nog geen computers en smartphones, om maar iets te noemen. Altijd als zich iets nieuws aandient, hebben mensen daar een reactie op. Sommigen voelen zich erdoor aangetrokken, anderen zijn juist angstig en weer anderen willen liever dat alles zo blijft als het was. Dat is menselijk. En dat heb je met deze ontwikkelingen binnen de organisatie ook.’
vastpakken
De situatie doet Miranda denken aan ouders die soms moeite hebben om hun kind los te laten als het bij Odion gaat wonen. ‘Dan zeg ik: ‘Je hoeft je kind niet los te laten, je mag het alleen anders vast gaan houden’, vertelt ze. ‘Wat mooi gezegd’, vindt Menno. ‘Zeker’, beaamt Annemarie. ‘In feite geldt dit ook voor ons werk: we laten iets los, maar we gaan iets anders vastpakken. Ik hoor wel eens: ‘Dan komt er straks een vrijwilliger die alle krentjes uit de pap pikt en alle leuke dingen gaat doen. Dan voel je dus verlies. Terwijl: het is onze essentie dat we iets willen betekenen in het leven van mensen. Dat doe je ook als je om iemand heen organiseert wat die persoon nodig heeft en als gediplomeerde zelf het laatste stukje toevoegt. Het maakt het verschil tussen het gevoel van iets verliezen en kansen benutten. En dat laatste, daar gaan we collega’s op allerlei manieren in ondersteunen.’