
SPORTCOACHES DRAAIEN PROEFPERIODE VAN TWEE JAAR
‘Er valt nog zoveel te halen’


SPORTCOACHES DRAAIEN PROEFPERIODE VAN TWEE JAAR
‘Er valt nog zoveel te halen’
Marieke Vos-Vlaar (links) en Bianca Sengers (rechts)
Cliënten in beweging krijgen én houden: collega Debby Bierman houdt zich daar al een aantal jaren mee bezig. Afgelopen jaar kreeg zij versterking van vier collega-sportcoaches, waardoor Odion op dat gebied meer slagen kan maken. VONK sprak twee van hen: Marieke Vos-Vlaar (persoonlijk begeleider bij Odion De Noordster in Purmerend) en Bianca Sengers (begeleider Flexpool). ‘Het moet eigenlijk een soort olievlek worden.’
Voldoende bewegen is natuurlijk voor ieder mens belangrijk. ‘Voor mensen met een beperking is het echter lastiger om de weg te vinden naar iets dat bij ze past en dat ze dus ook kunnen volhouden’, ervaart Marieke. ‘Dat maakt dat ze minder snel initiatieven nemen.’ Hoewel ze al veel voor elkaar heeft gekregen op dit gebied, was het voor Debby Bierman behoorlijk pittig om binnen de organisatie deze kar in haar eentje te trekken. Vandaar dat er vorig jaar vier sportcoaches bij zijn gekomen. Naast Bianca, Debby en Marieke zijn dat Jayson Latupeirissa en Bea Hessels. Met z’n vijven volgden zij een training via Sportcare Plus, een organisatie die zich inzet voor sport en beweging bij mensen bij wie dat niet vanzelfsprekend is. ‘Een groot deel van de inhoud ging over het gedrag van mensen met een beperking en hoe je hen het best kunt motiveren’, vertelt Marieke. ‘Omdat wij uit de zorgpraktijk komen, hadden wij deze kennis al. Toch hebben we zeker iets aan de training gehad. Sportcare Plus werkt volgens een methode die wij eigenlijk onbewust al volgden, maar we zijn ons meer bewust geworden van de stappen die we daarin zetten.’

Marieke: ‘Er ontstaat mooie interactie, daar is sport een geweldig middel voor’
een-op-een
Bianca werkt bij locaties met individuele cliënten. ‘Het begint ermee dat er via onze mailbox een vraag van een locatie binnenkomt’, schetst ze. ‘Die kan heel breed zijn, maar ook heel gericht, bijvoorbeeld wanneer iemand wil afvallen. Of wanneer iemand graag bij een wandelclubje wil. Ik ga dan eerst met de begeleider in gesprek. Die introduceert mij daarna bij de cliënt. In een-op-een gesprekken probeer ik dan uit te zoeken wat exact de vraag is. Ik merk regelmatig dat cliënten denken dat ik hun probleem kan oplossen: ‘Ik wil afvallen, kun jij dat voor mij regelen?’ Maar zo werkt het natuurlijk niet en dat leg ik dan ook uit.’ Bianca en haar collega’s hebben het afgelopen jaar heel wat faciliteiten en initiatieven in de buurt in kaart gebracht. ‘ Zo kunnen we effectieve koppelingen maken. Het is belangrijk dat de cliënt echt plezier heeft in het actief zijn en dat er aandacht is voor het sociale aspect.’
gymzaal
Waar Bianca naar de cliënten toegaat, is dat bij Marieke juist andersom. ‘Vanuit Odion De Noordster organiseren we samen met de organisatie Spurd een sportactiviteit in een gymzaal hier vlak in de buurt’, vertelt zij. ‘Dat doen we nu iedere maandagochtend. De belangstelling is enorm, we hebben nu maar liefst twee groepen van in totaal zo’n 25 cliënten! De begeleiders van de groepen van deze cliënten gaan trouwens vaak mee en springen bij. Dat is heel fijn, want daardoor kan de activiteit gewoon doorgaan als ik een keer ziek of met vakantie ben. Voor cliënten is die continuïteit heel belangrijk. De sportcoach van Spurd is leidend in het kiezen van de activiteiten. Die kijkt naar de samenstelling van groep en doet dan een voorstel. We proberen van alles uit: parcoursjes, trefbal, boksen, noem maar op.’

Bianca: ‘Achter veel vragen zit eigenlijk een gevoel van eenzaamheid’
ontwikkeling
Bereikt Marieke met de activiteit het doel dat ze voor ogen had? ‘Zeker’, antwoordt ze enthousiast. ‘Er ontstaat mooie interactie, daar is sport natuurlijk een geweldig middel voor. De cliënten komen allemaal heel trouw en hebben het er ook vaak over: ‘Gaan we maandag weer sporten?’ Sommige cliënten zie je ook een ontwikkeling doormaken, dat is heel mooi. Bij trefbal zagen we dat er bij een cliënt echt een tactiek ontstond. En een andere cliënt die normaal gesproken stil in een hoekje zit, werd ineens heel fanatiek. Ik vind dat fantastisch!’ ‘Ja, dat zie ik ook gebeuren’, beaamt Bianca. ‘Dan krijgen ze die blik in hun ogen en dan doen ze ineens dingen die je niet had verwacht.’
aanjagers
Heeft Bianca met een cliënt iets gevonden dat goed bevalt, dan is het mooi als bijvoorbeeld een verwant of vrijwilliger dat op den duur kan overnemen.’ ‘Dat zijn verwanten nog niet echt gewend, maar daar moeten we toch naartoe’, stelt Bianca. ‘Wellicht dat de vrijwilligerscoördinatie daar ook actief op kan werven’, oppert Marieke. Want de sportcoaches zien zichzelf als aanjagers. ‘Het is de bedoeling dat wij de cliënten én medewerkers ‘aanzetten’’, legt Bianca uit. ‘Zodat deze beweging een olievlek wordt en anderen ook activiteiten willen opstarten. Er valt immers nog heel veel te halen. Maar met de hectiek op veel locaties is dat best lastig. Toch liggen er kansen, bijvoorbeeld als er een stagiair is. Dan zeg ik: ‘Hey, ga eens een keertje met me mee’, want die staan vaak min of meer boventallig. Zo kun je misschien toch een zaadje planten.’

3 laagdrempelige beweegtips voor locaties
- Beweegkrat Zet tijdens de lunch of het koffiemoment eens een krat neer met beweegspullen, zoals een bal of gewichtjes. Dit hoeft niet veel te kosten en moet je eens kijken wat er gebeurt!
- Muziek Zet buiten of in de algemene ruimte eens een muziekje op en beweeg of klap mee. Dat werkt enorm aanstekelijk!
- Stimuleer cliënten zelf te lopen Dek niet zelf de tafel of breng vieze borden naar de vaatwasser, maar laat de cliënten dat doen. Alle stappen tellen mee, tenslotte. En… geef zelf het goede voorbeeld!