ODION GREBBESTRAAT

Alsof iedereen een nieuwe baan kreeg

Op 6 maart jongstleden was Odion Grebbestraat in Beverwijk precies een jaar in bedrijf. In Team­focus blikt het team terug op een bewogen jaar vol uitdagingen op allerlei fronten. Maar wat overheerst is de trots: ‘Dit hebben we toch mooi met z’n allen gedaan.’

Locatie Odion Grebbestraat, Beverwijk Soort locatie 24-uurs aanwezigheid Cliënten Mensen met een lichame­lijke en/of verstandelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel, tussen ca. 18 en 40 jaar Aantal cliënten 35 (34 bewoners en 1 logee) Aantal teamleden ca. 30 Op de foto, bovenste rij v.l.n.r. Klaas Tanger, Kiki Nortier, Hans Wessels, Gijs Kijkuit, Jessica Kaptein, Diana Malcorps- Zelvelder, Carla Sijm-De Wit, Michella Cabret, Elina Revers, Lindsey Schmits, Altine de Resu, Annemieke Heijnis Onderste rij v.l.n.r. Sandra van Klaveren -Liefting, Brenda Veenboer, Anita Verzijlenberg, Linda Dijkman-Horst Niet op de foto Petra Smit, Marieke Malipaard, Adrie Heine, Nicole Jak, Melissa Beentjes, Christa Elberse, Marjolein Dudink, Britt Huisinga, Swenja Bont, Susanne Meijer-De Vries, Berny Edel, Astrid de Nijs-Bakkum, Karin Westmaas, Jerome Laske, Ben Hondius, Gitta Schweitzer-Rumping, Bryan van der Neut, Mees Fatels, Weronika Waremko

Het afgelopen jaar was zwaar en veel, daar zijn de teamleden het unaniem over eens. Allereerst waren daar de achttien cliënten die meeverhuisden vanaf de kleinschalige locatie Odion Voorstraat in Wijk aan Zee. Daar waren team en cliënten gewend dat ze veel aandacht voor elkaar hadden. ‘Op de nieuwe locatie verzopen die cliënten eigenlijk’, blikt een teamlid terug. ‘Waar je samen wilt kijken: ‘Nou, dit is je nieuwe huis, hier staat de koelkast en dit is je eigen badkamer’, moesten we nu meteen doorschakelen, omdat we er binnen een maand maar liefst zestien nieuwe cliënten bij kregen die vanuit hun ouderlijk huis op zichzelf gingen wonen.’ Bovendien kreeg het team te maken met enkele ouders die moeite hadden met het feit dat de zorg thuis anders is dan op de Grebbestraat, omdat je die deelt met een grotere groep. ‘Soms moeten cliënten bijvoorbeeld even wachten, omdat wij de zorg bundelen. Dat zijn ze thuis natuurlijk niet gewend.’

pand

Wat ook niet meehielp, was de staat waarin het pand werd opgeleverd. ‘Je denkt: ‘We gaan naar een mooi nieuw pand waar alles werkt’, maar er mankeert nog steeds best veel aan’, vertelt een teamlid. ‘De luchtcirculatie is bijvoorbeeld nog steeds niet optimaal en de zonwering piept. Het kan hier bloedheet zijn.’ Doordat de oorspronkelijke aannemer failliet ging, heeft de bouw een half jaar langer geduurd. En toen het pand werd opgeleverd, was het eigenlijk nog niet klaar. ‘Ineens stond er iemand voor de deur met allemaal metalen platen, die zei dat hij de balkons kwam afhangen.’ ‘Toen ik iemand aan het douchen was, liep het water niet weg en stroomde zó de kamer in. Moesten we aan de slag met slurpzakken en zo.’ Bovendien waren er kinderziektes in de technologie. ‘We hebben een prachtig systeem met geavanceerde telefoons en deuren die opengaan met een QR-code. Allemaal heel mooi bedacht, maar het werkte niet goed’, vertelt een teamlid. ‘Dus loop je aan loodzware deuren te trekken. Ook konden we de keuken de eerste drie maanden niet gebruiken.’

nieuwe collega’s

Een van de teamleden hoorde in die periode iemand zeggen: ‘Het is eigenlijk alsof jullie allemaal een nieuwe baan hebben.’ Voor sommigen gold dat ook letterlijk. De combinatie van druk, stress, een groot gevoel van verantwoordelijkheid en soms ook privéomstandigheden was niet voor alle medewerkers even goed op te brengen. Sommigen moesten tijdelijk een stap terug doen, anderen vertrokken definitief.’ Dat betekende dat er nieuwe mensen kwamen die ook ingewerkt moesten worden. ‘En dat terwijl je zelf nog erg aan het zoeken bent.’

‘Ze hebben hier echt iets heel moois neergezet’

ontwikkelopgaven

Als je als team zo enorm in de doe-modus staat, is het een uitdaging om je ook bezig te houden met ontwikkelopgaven, zo ervoeren de medewerkers. ‘We waren eigenlijk onze eigen ontwikkelopgave’, grapt een collega. Maar alle gekheid op een stokje: ook het team van de Grebbestraat merkt dat ze niet dezelfde kwaliteit van zorg kunnen bieden op de manier zoals ze gewend waren. ‘Bij de Voorstraat hadden we meer tijd, daar was het minder nodig om ook anderen bij de zorg te betrekken. Hier moeten we echt aangeven: dit kunnen we bieden, maar dat niet. Daar hebben we onszelf wel in moeten ontwikkelen. Ik merk dat het gesprek daarover wel meer open is geworden.’ ‘Door schade en schande leer je dat je soms nee moet zeggen en zaken op een andere manier moet invullen’, vult een collega aan. ‘Dat lukt steeds beter, hoewel het gevoel blijft dat je bewoners soms meer wilt bieden dan we nu kunnen, vanwege het feit dat je steeds maar door moet.’

compliment

Het was dus kort samengevat een moeilijke start, maar beetje bij beetje wisten de collega’s van de Grebbestraat hun weg te vinden als team. Er is een groot besef dat ze op elkaar moeten kunnen bouwen en dat je het samen moet doen. Dat alle inspanningen niet voor niets zijn geweest, bleek toen zorgbemiddelaar Toos Engelkes alle ouders van de ‘nieuwe’ cliënten nabelde. ‘Ze kreeg terug dat zij erg te spreken waren over onze betrokkenheid en hoe alles nu loopt’, vertelt een collega. ‘Dat was fijn om te horen.’ Een nieuw teamlid doet daar nog even een schepje bovenop. ‘Iedereen is heel kalm en weet goed hoe de cliënten in elkaar steken’, ervaart hij. ‘Ik word heel goed meegenomen in dat hele proces. Ik heb ondertussen zo’n beetje met iedereen wel een keer meegelopen, ze hebben hier echt iets heel moois neergezet. En ze doen hun werk met heel veel liefde.’ De dag van het team kan niet meer stuk.