Locatie vond sportman

Door een collega van Odion Bristolroodstraat werd hij tijdens de lockdown gepolst voor een eenmalige sport-activi­teit op die locatie. Inmiddels is Cees Sjouwer­man (‘sportman Cees’) vaste vrijwilliger geworden. Eens per maand komt hij bewegen met de cliënten; iets waar iedereen naar uitziet.

ESTHER VOGELEZANG begeleider Odion Bristolroodstraat

Waarom wilden jullie een sportactiviteit?

‘Het was lockdown en de cliënten moesten in hun appartement blijven. Niks kon meer en wij zochten naar iets leuks wat wél zou kunnen.’

Hoe kwam je op het idee om Cees te vragen?

‘Nou, dat kwam niet van mij, maar van collega Josha, die hier inmiddels niet meer werkt. Zij zat op de atletiekvereniging waar Cees looptraining geeft. Toen Josha vertrok, ben ik zijn aanspreekpunt geworden.’

Wat vonden de cliënten van Cees?

‘Die eerste keer was een groot succes. Na een paar keer hebben we gevraagd of hij officieel vrijwilliger bij ons wilde worden, want ze vinden het geweldig als hij komt. Een kwartier van tevoren staan ze al helemaal in de startblokken.’

Draagt de activiteit ook bij aan de vitaliteitvan de cliënten?

‘Daar is één keer per maand te weinig voor. Het is vooral een activiteit waar iedereen veel plezier aan beleeft. Maar we zetten als begeleiders tussendoor wel eens een muziekje op dat Cees ook gebruikt en zeggen dan: ‘Kom, we gaan doen wat sportman Cees ook altijd doet!’ En dat werkt, dan doet iedereen mee. Sportman Cees is bij ons echt een begrip geworden.’

CEES SJOUWERMAN docent aan de politie-academie en looptrainer bij AV Zaanland:

Wat dacht jij toen Josha jou hiervoor vroeg?

‘Het leek me erg leuk. Ik had geen ervaring met mensen met een verstandelijke beperking, dus ik heb van tevoren wat dingen met Josha doorgesproken. Ik bedacht een soort aerobics op muziek. Ik stond buiten op straat met een speakerbox en de cliënten op hun balkon, of op voldoende afstand in de tuin.’

Hoe heb je die eerste keer ervaren?

‘Dat was met geen pen te beschrijven, het voelde als een warm bad. Mijn vrouw was mee en een cliënt had zelfs pannenlappen voor haar gehaakt, die hij over het balkon hengelde.’

Moest je lang nadenken toen ze je vroegen om vaste vrijwilliger te worden?

‘Nee, helemaal niet. Mijn vrouw zei zelfs: ‘Je bent gek als je het niet doet.’ Ook al ben ik soms nog zo moe, ik kom hierna altijd thuis met bakken energie!’

Hoe groot is de groep?

‘Zo’n 15 tot 25 cliënten per keer. Ik probeer altijd de hele groep erbij te betrekken en laat iedereen meedoen op zijn of haar manier. Ik heb inmiddels begrepen dat cliënten een vaste structuur fijn vinden, daarom gebruik ik meestal dezelfde soort bewegingen op dezelfde muziekjes. We eindigen bijvoorbeeld steevast met ‘Leef!’ van André Hazes. Dan gaat iedereen in polonaise door de tuin – of door de gang, want ‘s winters doen we alles gewoon binnen.’