BELANGRIJK VOOR ONZE FINANCIËLE SITUATIE
Iedere cliënt het juiste zorgprofiel?
De zorg die een cliënt nodig heeft, wordt gefinancierd door een indicatie. Wanneer die te laag is en meerdere cliënten wel de zorg krijgen die ze nodig hebben, dan kom je budget te kort. En dat is precies wat de afgelopen jaren is gebeurd. Sandra Rusman, projectleider Indicatieloket, vertelt over de inhaalslag die we op dit gebied aan het maken zijn.
We merkten dat we regelmatig veel meer zorg boden dan wat binnen de indicatie mogelijk is’, steekt Sandra van wal. ‘Toen we daarop gingen inzoomen, bleken niet-bijgestelde WLZ-indicaties een van de belangrijkste oorzaken te zijn. Deze indicaties worden afgegeven voor zolang een cliënt leeft. Maar als een cliënt meer zorg nodig heeft, bijvoorbeeld doordat hij ouder wordt, is het zaak om een aanvraag voor het herindiceren van de indicatie in te dienen. Dat is in het verleden lang niet altijd gebeurd. Als je dan weet dat het grootste deel van onze cliënten een WLZ-indicatie heeft en onze cliëntenpopulatie vergrijst, dan snap je dat dit grote gevolgen kan hebben.’
niet bewust
Voor medewerkers op locaties waren deze gevolgen niet direct zichtbaar. ‘Hoewel sommige collega’s wel een toegenomen werkdruk ervaren door een hogere zorgvraag’, weet Sandra. ‘Als je de indicaties aanpast op die hogere zorgvraag, dan komt er meer zorgbudget beschikbaar waarmee je bijvoorbeeld meer uren kunt financieren.’ Op de vraag hoe deze situatie zo heeft kunnen ontstaan, antwoordt Sandra: ‘Ik denk dat veel locaties in de dagelijkse hectiek niet bewust zijn geweest van het belang hiervan. Ze werken vanuit het hart en doen wat nodig is om goede zorg te bieden. Ook was niet altijd duidelijk wiens verantwoordelijkheid het is om dit in de gaten te houden. Als een WMO-indicatie bijna afloopt, geeft ONS Plan een seintje. Dan weet je: ‘Hier moet ik mee aan de slag’. Omdat een WLZ-indicatie geen einddatum heeft, krijg je ook geen seintje.’
op bezoek
Om de aanpak van de problematiek in goede banen te leiden én om herhaling te voorkomen, is het project Indicatieloket opgezet. Sandra is op 1 november 2022 begonnen als projectleider. ‘De eerste uitdaging was om collega’s in de teams bewust te maken van het belang van juiste indicaties’, vertelt ze. Daarom ben ik op bezoek gegaan bij alle locaties van Odion, samen met Marjon Heemskerk van Cliëntservice. Dat was een hele klus, ja. Maar het was heel waardevol om kennis te maken met de collega’s van de locaties. Zo konden we horen welke vragen zij hebben en wat zij van ons nodig hebben in dit proces. Ik ben heel blij dat we dat hebben gedaan. Naast de algemene informatie die we gaven, bijvoorbeeld over wat welk profiel nou inhoudt, hebben we ook diverse casussen behandeld. Dan keken we welk zorgprofiel een bepaalde cliënt heeft, of dat nog steeds terecht was en zo niet, welk zorgprofiel beter zou passen gezien de veranderde zorgvraag. We merkten dat de collega’s dat heel fijn vonden en het zette ze bovendien vaak te denken: ‘Ik denk dat die en die cliënt misschien ook niet in het goede profiel zit’.
ondersteuning
Een tip van Sandra is om bij twijfel de zorgprofielen er eens bij te pakken om te zien of je je cliënt nog herkent in het huidige profiel. Alle WLZ zorgprofielen vind je op Odiquest. Daar vind je ook informatie over een (her)indicatie-aanvraag voor de WLZ, WMO en de Jeugdwet, evenals op Leren bij Odion en het Servicepunt. Ben je inderdaad van mening dat een indicatie moet worden aangepast, dan volgt een stappenplan. ‘Die staan allemaal op de flyer ‘Wegwijzer (her)indicatie WLZ’ die we op alle locaties hebben achtergelaten’, vertelt Sandra. ‘Hoe beter we samen zo’n aanvraag voorbereiden, hoe groter de kans dat deze soepel verloopt en we snel een positief bericht krijgen. Er ging voorheen veel tijd verloren met heen-en-weer bellen of mailen, omdat dingen niet duidelijk waren of ontbraken. Er is dus veel winst te halen bij het stroomlijnen van dit proces. De collega’s van Cliëntservice en ik zijn daarom altijd bereid om te helpen, mee te kijken en mee te denken.’
De aanvragen die we tegenwoordig binnen krijgen zijn beter en completer ingediend
Euridagen
Nu kan het voorbereiden van een indicatieaanvraag aardig wat tijd vragen. ‘Klopt, maar het is belangrijk genoeg om medewerkers af en toe vrij te roosteren om hieraan te kunnen werken’, vindt Sandra. ‘Daarom is dit een van de onderwerpen geweest tijdens de recente ‘euridagen’, waarop de zorgmanagers met de teamleiders doornamen hoe hun locaties er financieel voor staan. Ook ten aanzien van de indicaties zijn met teamleiders concrete afspraken gemaakt. Doel van het hele project Indicatieloket is om ervoor te zorgen dat eind 2023 80% van alle cliënten in het juiste zorgprofiel zit.’
effect
Helaas werkt het Centrum Indicatiestelling Zorg niet erg mee op het moment. ‘Ze hebben onlangs laten weten dat ze een achterstand hebben bij het beoordelen van de aanvragen’, vertelt Sandra. ‘Er worden nieuwe mensen aangetrokken om die in te lopen, maar vooralsnog lukt het niet altijd om binnen de gebruikelijke zes weken antwoord te geven, helaas.’ Toch is Sandra hoopvol, temeer omdat de eerste tekenen van een positieve beweging binnen Odion inmiddels zichtbaar worden. ‘We zien dat er in vergelijking met vorig jaar meer aanvragen zijn binnengekomen’, vertelt ze enthousiast. ‘We merken ook dat persoonlijk begeleiders en gedragsdeskundigen vaker contact met ons zoeken om met ze mee te denken. Mede daardoor zijn de aanvragen die we binnen krijgen beter en completer ingediend. Dat effect is dus al wel merkbaar!’
voorkomen
De tweede stap in het proces is natuurlijk: voorkomen dat er nog een keer een soortgelijke situatie ontstaat. ‘Daarom werken we momenteel aan een eenduidige, Odionbrede werkwijze om de indicaties te monitoren’, legt Sandra uit. ‘Het gebrek hieraan was immers ook een van de oorzaken waardoor dit heeft kunnen ontstaan. Samen met Elizabeth van Oostrum onderzoeken we bijvoorbeeld hoe we in Ons Plan een soort cyclus kunnen ontwikkelen. Dat past goed in het kompaspunt dat we onze systemen voor ons willen laten werken. Alles bij elkaar moet ervoor gaan zorgen dat juiste indicaties een aandachtspunt blijven voor iedereen.’