ODION SOKJ

Samenvoeging begint vruchten af te werpen

Sinds januari 2023 zijn Ambulante ondersteuning kind en Specialistische begeleiding na school (NSO) samengevoegd tot Specialistische ondersteuning kind en jeugd (SOKJ). Hoewel het nieuwe team soms nog zoekt naar wat werkt en wat niet, tekenen de voordelen zich inmiddels af.

Locatie SOKJ in Krommenie Soort locatie ambulante ondersteuning, naschoolse opvang, zaterdagopvang, vakantieopvang, De brug/ochtendopvang Doelgroep kinderen van 4 tot 18 jaar Totaal aantal collega’s 18 (inclusief stagiairs) Datum donderdag 7 september 2023 OP DE FOTO Voorste rij v.l.n.r. Thera, Fleur, Ebru Achterste rij, v.l.n.r. Kimmy, Joyce, Nicky NIET OP DE FOTO Amber, Anoek, Ayat, Daisy, Elrieke, Eshney, Eveline, Femke, Jeyda, Laura, Melanie, Raisa

bundelen

Beide onderdelen van Odion zetten zich in voor de ontwikkeling van kinderen die een orthopedagogisch dagcentrum (ODC) of speciaal onderwijs bezoeken – dat laatste is volgens het team overigens nog lang niet bij alle Odion-collega’s bekend. Toch functioneerden ze afzonderlijk van elkaar als twee takken van dezelfde sport. Door beide onderdelen te bundelen is een groter team ontstaan dat meer mogelijkheden biedt voor samenwerking en groei. En voor een betere financiële situatie. ‘Ik zag de voordelen, maar kon nog lastig voor me zien hoe we dit voor elkaar moesten krijgen’, aldus een van de teamleden.

teamvergadering

Er waren wel wat praktische uitdagingen, zoals het plannen van gezamenlijke teamvergaderingen. De werktijden van de collega’s lopen namelijk nogal uiteen. De ambulante collega’s hebben verdeeld over de dag een planning voor hun bezoeken, terwijl naschoolse opvang ’s middags op vaste tijden plaatsvindt. Daarom werd besloten om toch apart te blijven vergaderen en om eens per kwartaal een gezamenlijke sessie te houden.

bijspringen

Desondanks weten de teamleden elkaar inmiddels beter te vinden. ‘Als wij gaan zwemmen, vragen we aan ambulant of ze nog kindjes hebben die mee kunnen’, noemt een collega als voorbeeld. Ander voorbeeld: als een collega van de NSO ziek is, wordt gevraagd of een ambulante collega wil bijspringen. ‘Als ambulant begeleider kun je niet zomaar tijd maken binnen je afspraken’, legt een collega uit. ‘Maar je merkt wel dat we hier wat flexibeler in worden. Stel, bij NSO is iemand nodig voor zes uur en ik heb drie afspraken van twee uur staan. Dan is het sowieso de vraag of echt die hele zes uur moet worden opgevangen, of dat het afzeggen van één afspraak wellicht voldoende is. Of wellicht kan ik het kindje zelfs mee hierheen nemen om te spelen. Maar zo hoog is de nood tot nu toe nog niet geweest.’

kameleon

De andere kant op is lastiger, weet het team. ‘Bij ambulant zit je echt in het gezin, dat moet je liggen’, legt iemand uit. ‘Nou wil het toeval dat al onze NSO’ers ambulant hebben gewerkt, dus die weten wat het is. We worden dus een soort kameleon, die zich aan iedere situatie kan aanpassen.’ Dat kwam de afgelopen zomervakantie goed van pas. ‘We zijn regelmatig voor elkaar ingevallen’, vertelt een collega. Dat werkte heel goed en zorgde ervoor dat we elkaar beter leerden kennen.’ Dat er op die manier een beroep op je kan worden gedaan, wil overigens niet zeggen dat je altijd ja moet zeggen. Want: ‘Móeten, daar houden we hier niet van.’

‘Zover is het nog niet; voorlopig is het team nog volop in beweging.’

brug

Zoals eerder gezegd, is groei een van de redenen voor de samenvoeging geweest. Deze groei kan onder meer worden gerealiseerd door uitbreiding van producten - gebaseerd op het idee van een integraal kindcentrum waar onderwijs, opvang en welzijnsactiviteiten zijn samengevoegd. ‘Binnen ons team doen we nu ambulant, NSO, zaterdagopvang en vakantieopvang’, legt een teamlid uit. ‘Ook voor ouders is dat handig: ze hebben nu korte lijntjes in plaats van een spinnenweb. Sinds een tijdje hebben we een nieuw project: ‘De brug’. Dat is een overbrugging voor kinderen die op de wachtlijst staan voor een ODC of een ZMLK-school (zeer moeilijk lerende kinderen, red.), of voor kinderen voor wie er geen passend onderwijs is. Deze kinderen komen in de ochtend, omdat de NSO het gebouw ’s middags gebruikt.’

ideale plaatje

Dan komen we op de kwestie ‘gebouw’, een gevoelig punt binnen het team. ‘We zaten hiervoor in een voormalig schoolgebouw met beperkte faciliteiten’, vertelt een collega. ‘Kinderen in een rolstoel konden we daar bijvoorbeeld niet hebben en groeien kon al helemáál niet. Inmiddels zitten we op de oude locatie van Odion Zonnehoek. Maar ook dat is tijdelijk.’ Op de vraag wat voor het team het ideale plaatje zou zijn, zien ze een ruim kindcentrum voor zich met allerlei faciliteiten, dat zeven dagen per week opvang biedt aan wie het nodig heeft, inclusief logeeropvang – iets dat ze nu nog niet hebben. ‘Dan is het dus niet: welk product past bij dit kindje? Maar: wat heeft dit kindje nodig?’

beweging

Bij dat ideale plaatje met een vaste plek zou een flexibel team horen, waarin iedereen doet wat hij leuk vindt en goed kan, op de uren die passen. Een wens is ook om daar flexplekken te hebben voor de ambulante collega’s, zodat de locatie hun uitvalsbasis kan worden en ze hun andere collega’s vaker zien – fijn als je bijvoorbeeld even wilt sparren. Zover is het nog niet; voorlopig is het team nog volop in beweging. Het blijft zoeken, soms pakken zaken anders uit dan je van tevoren bedenkt. Een van leerlingen geeft aan: ‘Iets meer duidelijkheid zou soms fijn zijn, maar ik heb het hier wel heel erg naar mijn zin.’ Ondertussen vormen de collega’s steeds meer een team en ervaren ze de voordelen van de cross over, zoals ze dat zelf noemen. ‘Eigenlijk zou het binnen heel Odion zo moeten werken.’