ODION DE BOOGAERT CASTRICUM
Op weg naar meer rust en stabiliteit
Bij Odion De Boogaert in Castricum werd het personeelstekort door omstandigheden erg groot, met alle gevolgen voor het team (en de cliënten natuurlijk). Hoewel ze er nog niet zijn, hebben de collega’s de weg omhoog weer gevonden. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen?
Team Odion De Boogaert, Castricum Soort locatie 24-uurs aanwezigheid Bewoners mensen met een lichamelijke beperking en soms een lichte ontwikkelingsachterstand Aantal cliënten 16 Totaal aantal collega’s 18 Datum maandag 8 juli 2014
OP DE FOTO Voorste rij van links naar rechts: Ria Beentjes, Ronald Volger, Marijke Scheffer en Brenda Veenboer Achterste rij van links naar rechts: Koen Fakkeldij, Rossita Dekker, Ahmead Rahhal, Simone Honout, Leonie Zonneveld, Frida Laan, Danielle Raadschelders Niet op de foto: Kim Vlaming, Esther Weijling, Nelyn Paraiso, Dominique Goossens, Jorrit Gols, Albertine Vos, Marina Lamping
Odion De Boogaert kreeg een tijdje geleden te maken met een grote uitstroom van collega’s. Er ontstonden dus vacatures en die bleken lastig in te vullen. Het team denkt dat dit te maken heeft met het feit dat de cliënten op deze locatie behoorlijk zware fysieke zorg nodig hebben – iets dat ze regelmatig bevestigd krijgen van flexpoolers die bij ze invallen. Mensen die kwamen solliciteren, bleken dat vooraf niet altijd te beseffen. Dat leidde soms tot directe mismatches of tot een snel afhaken. Er bleef dus maar een klein vast team over. Collega’s ervoeren daardoor naar eigen zeggen een ‘belachelijke werkdruk’ en het ziekteverzuim was hoog. Dit, plus het feit dat niemand meer op vacatures reageerde, maakte dat het team dacht: ‘Hoe komt dit ooit weer goed?’.
langzaam de goede kant op
Het begon langzaam de goede kant op te gaan toen de afspraak overboord werd gegooid dat iedere cliënt een vaste begeleider moet hebben. Dat bleek namelijk in de praktijk niet werkbaar: ‘vaste’ collega’s werkten zich een slag in de rondte, terwijl uitzendkrachten bij wijze van spreken uit hun neus zaten te eten. Besloten werd dat iedereen gelijke zorg krijgt, geboden door de mensen die op dat moment beschikbaar zijn. Daarmee was alles niet meteen opgelost, maar er zat weer een positieve beweging in.
hulptroepen
Ondertussen bleef het een komen en gaan van nieuwe collega’s. De nieuwe teamleider Rossita zag in dat het zo niet langer kon en schakelde de ondersteuning in van collega-teamleider Hetty Driessen en het Service Bureau. Besloten werd dat de locatie zoveel mogelijk dezelfde invalkrachten zou krijgen, zowel uit de flexpool als extern. Ook vanuit andere locaties werd bijgesprongen, zoveel mogelijk met dezelfde mensen. Met die vaste gezichten ontstond in ieder geval weer zoiets als een team. Dat zorgde voor meer rust en stabiliteit. Iedereen raakte aan elkaar gewend en daardoor draaide alles beter. De invallers waren op een bepaald moment zó geïntegreerd, dat ze zelfstandig konden werken, zonder een vaste medewerker erbij.
in gesprek durven gaan
Ook opperde Rossita om teammiddagen te gaan houden en daarbij een teamcoach in te schakelen. Het team stond daar niet om te springen, om het mild te zeggen. Iedereen stond op de overlevingsstand en dan kwam Rossita met het voorstel voor een teamdag! Toch vond in december 2023 de eerste bijeenkomst plaats en inmiddels zijn er drie sessies geweest. Het belangrijkste resultaat is dat het team nu met elkaar in gesprek durft te gaan. Dat was eerst moeilijk, maar iedereen zag in dat er iets móest veranderen. Dus stapte iedereen over zijn eigen schaduw heen en toonde bereidheid.
‘Nu iedereen met elkaar in gesprek is, gaat het beter’
oog voor elkaar
Het leverde bovendien een mooi inzicht op. Als je in de overlevingsstand staat, dan ben je vooral met jezelf bezig en heb je niet altijd oog voor je collega, die waarschijnlijk net zo hard zijn of haar best doet. Door de bijeenkomsten kreeg het team inzicht in deze diepere laag en dat werd gezien als een kans voor verbetering: als je met iets zit, ga dan het gesprek aan. Dat iedereen zich daar veilig genoeg bij voelde, had vooral te maken met de afspraak dat alles wat gezegd werd, binnenskamers zou blijven. Op de vraag wat de huidige gesprekken nu opleveren, antwoordt éen van de medewerkers grinnikend: ‘Frictie soms’. Gelach alom!
positief
Daarnaast heeft het team een aantal praktische zaken aangepast en zijn zij bijvoorbeeld de zorg gaan plannen. Waar voorheen 80(!) zorgbellen op een avond gingen, gebeurt dat nu alleen nog wanneer er echt iets aan de hand is. Cliënten en medewerkers weten nu waar ze aan toe zijn en dat zorgt voor minder ad hoc zaken. Er zijn nog steeds openstaande vacatures, maar in de afgelopen periode zijn geen medewerkers meer vertrokken. Het verschil met een tijdje terug is dat de collega’s nu sámen kijken hoe zaken kunnen worden aangepakt en dat maakt uit. Bovendien is het ook gelukt om sommige vacatures wél in te vullen! Voor de nieuwe collega’s was het overigens best lastig om in een team te komen waar zoveel speelde, het voelde erg onrustig. Nu iedereen met elkaar in gesprek is, gaat het beter – de collega’s leren aan te geven wat ze nodig hebben om in balans te blijven. Hoewel er zeker nog ruimte voor verbetering is, heeft het team van De Boogaert de weg omhoog weer gevonden en zien ze het positief in!