ODION KRANSFONTEIN

Samen de mat op

In januari van 2022 begon het team van Odion Kransfontein in Purmerend aan de mat-methode training. Het werd een heftig en intensief proces: ‘Er zijn aardig wat tranen gevloeid.’ Wat heeft het hen uiteindelijk gebracht?

Soort locatie individueel wonen Aantal cliënten 18 apparte­men­ten bij elkaar in de buurt Doelgroep mensen met een lichamelijke beperking en/of niet-aangeboren hersenletsel Datum maandag 18 juli 2022

Op de foto Staand v.l.n.r. Rosanne de Groot, Carla Serényi, Sarah El Gargouri, Loes Martis, Samantha Balke, Marjan Vermeulen en Sven Heijdenrijk Zittend v.l.n.r. Paulien de Lange en Femke Bos

Aanspreken

Helemaal soepeltjes liep de communicatie niet bij het team van Kransfontein, vonden ze zelf. Als er bij iemand bijvoorbeeld iets speelde met een collega, dan kwam dat niet altijd bij die collega zélf aan. Dat kon een praktische oorzaak hebben, zoals niet-gelijklopende diensten. Maar het kwam soms ook doordat men niet goed wist hoe je een collega kunt aanspreken zonder diegene tegen de haren in te strijken. Zoals een teamlid samenvat: ‘We legden het vooral bij elkaar neer en de persoon om wie het ging, hoorde het dan pas soms een week later.’

Verbeteren

Binnen de groep bestond bovendien een voelbare, maar onuitgesproken tweedeling. Toen die eenmaal wél was uitgesproken, wilde het team graag iets doen om de samenwerking te verbeteren. Ook wilden de collega’s beter kunnen reflecteren op hun handelen en leren van elkaars fouten. Dat alles bij elkaar maakte dat teamleider Paulien met het idee kwam om met z’n allen de mat-training te gaan volgen. Het team wist niet precies wat het daarvan moest verwachten, maar had goede wil en ging er blanco in.

Rood en groen

Even in het kort: de mat-methode maakt je bewust van het effect van interactie. Bijvoorbeeld tussen jou en je collega, of tussen jou en de cliënt. Daarbij stel je jezelf steeds de vraag: ‘Wat ik doe, leidt dat naar mijn doel of leidt het er juist vanaf?’ Het heet de mat-methode, omdat er daadwerkelijk met twee matten op de grond wordt gewerkt. Je staat tegenover de ander, ieder op een eigen mat die een rood en een groen deel heeft. De ander confronteert jou en jij geeft aan wat dat met je doet. Heb je moeite met het gedrag, dan sta je op rood. Kun je het gedrag volledig accepteren, dan sta je op groen. Zoals een teamlid het verwoordt: ‘Je maakt een situatie bespreekbaar en via vragen spit je deze uit via de mat – net zolang tot je allebei op groen staat.’

Geschaad vertrouwen

De training bestaat uit zeven dagdelen en een terugkommiddag. ‘Na de eerste bijeenkomst dacht ik: ‘Wil ik dit wel?’’, vertelt een teamlid. ‘Je wordt namelijk gevraagd je ziel en zaligheid bloot te leggen, maar het voelde gewoon niet veilig voor me.’ Reden daarvan was een eerdere vertrouwensissue binnen het team. De teamafspraak is dat alles wat in de groep wordt besproken, in de groep blijft. Maar dat vertrouwen was in het verleden geschaad: informatie uit een teamgesprek kwam bij een cliënt terecht. Een ander teamlid vertelt: ‘Ik moest dus echt wel een drempel over voor deze training.’

‘Als het om gevoel gaat, heeft iedereen gelijk’

Samen afronden

Tot overmaat van ramp lekte ook bij deze eerste sessie informatie uit naar een cliënt. Sommige teamleden vroegen zich daarom hardop af of ze nog wel met de training wilden doorgaan. ‘Maar we wilden écht een beter team worden’, vertelt een collega. ‘En als je meteen uitstapt, weet je zeker dat het niet gaat lukken. Om een eenheid te zijn, móesten we dit samen afronden. Als het dan niet was gelukt, hadden we het in ieder geval geprobeerd.’ Dus ging het team alsnog samen verder, maar er moest natuurlijk wel wat uitgesproken worden. Een collega omschrijft de sfeer van die tweede sessie als ‘awkward’: ‘Er vielen vaak ongemakkelijke stiltes.’ Toen alles goed was benoemd, werd de training weer opgepakt en werd er ook echt geoefend op de mat. ‘Daarna kantelde de sfeer en kwamen er meer positieve reacties.’

In gesprek

Hoewel de mat-training dus een pittig en intensief proces was, heeft het team er geen spijt van dat ze dit zijn aangegaan. ‘Het heeft veel losgemaakt, maar de communicatie is wel beter geworden’, concludeert een teamlid. ‘We zijn meer met elkaar in gesprek en herkennen sneller patronen.’ Toch vinden sommigen het nog steeds wel lastig om elkaar aan te spreken op gedrag. De een is daar al wat verder in dan de ander. Een collega vertelt: ‘Voorheen kropte ik dingen op, nu geef ik bij de ander aan: ‘Ik wil het hier even met je over hebben’. Ik merk dat het me wat oplevert als ik dat doe. Natuurlijk is het dan wel belangrijk hóe je iets zegt.’ Een andere collega vindt dit nog moeilijk: ‘Ik ben altijd bang dat iemand zich aangevallen voelt. Ik moet hier echt nog in groeien.’ Wel merkt het team dat het een uitdaging is om niet in oude patronen te vallen. ‘Er speelt best veel op deze locatie’, schetst een collega. ‘Als het dan druk of hectisch wordt, neemt je oerbrein het snel weer over.’ Nadat het maandenlang goed was gegaan in het team, liep het - waarschijnlijk om die reden - laatst toch weer een keer mis. ‘Toen hebben we de mat er weer bijgepakt.’

Aanrader

Opvallend: op de vraag of het team de training aanraadt voor andere teams, knikt de hele groep unaniem ja. ‘Je wordt je bewust van je eigen houding, die heeft altijd gevolgen voor de dialoog’, legt een collega uit. ‘En ook al denk je dat je soms gelijk hebt: als je je openstelt voor de invalshoek van de ander en die respecteert, kom je tot nieuwe inzichten. Dat is een verrijking. Er is dus geen goed of fout, er is alleen ‘anders’. Als het om gevoel gaat, heeft iedereen gelijk.’