TWEE AFDELINGEN WORDEN ÉÉN
Gezinsbehandeling maakt professionaliseringsslag
TWEE AFDELINGEN WORDEN ÉÉN
Gezinsbehandeling maakt professionaliseringsslag
De afgelopen periode is er veel veranderd voor de collega’s van Intensieve Gezinsbehandeling (IGB) en Praktische Pedagogische Gezinsbehandeling (PPG). Vanuit een nieuwe functiewaardering ontwikkelden ze een professionelere werkwijze. Die heeft onder meer geresulteerd in één nieuw team Gezinsbehandeling en een nauwere samenwerking met Ambulante begeleiding.
PPG behandelde ouders van wie het kínd een beperking heeft, IGB begeleidde gezinnen waarin de óuders een beperking hebben. ‘Zo was het ingedeeld toen wij in 2018 kwamen, samen met aardig wat andere nieuwe collega’s’, vertelt Hielke Bakker. ‘Maar onze lichting is best kritisch. Toen wij merkten dat onze IGB-functieomschrijving verouderd was en niet meer paste bij wat wij deden, hebben we dat ter discussie gesteld.’ ‘Er stond bijvoorbeeld in dat wij de post deden en moesten zorgen dat het huis netjes was’, vult collega Natasja Sloep aan. ‘Dat zijn meer ambulante taken. Terwijl we ook behandelden, maar dat stond er dan weer niet in.’
Op papier
Het team ging hierover in gesprek. ‘We kwamen erachter dat wij bij IGB eigenlijk veel deden dat PPG ook deed, maar dat onze functiewaardering veel lager was’, vertelt Natasja. ‘Daardoor voelden we ons ondergewaardeerd. Bovendien hadden we collega’s die graag beide wilden gaan doen. Daarom hebben we een weging aangevraagd voor IGB en daarin werden we volop gesteund door onze nieuwe teamleider Marije Bosman. Voor die weging was het nodig dat wij zaken goed op papier hadden staan, maar die informatie was er niet.’ Het team ging hiermee aan de slag. ‘We hebben meerdere sessies gehad waarin we niet alleen hebben gekeken naar wat we deden, maar ook aangaven wat we graag wilden veranderen’, vertelt Hielke, die hierin een van de organisatoren was. ‘Belangrijk aspect daarbij was de professionele inbedding, zoals gebruikte methodieken en de SKJ-registratie (Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, red.) die je als begeleider moet hebben om kinderen te mogen behandelen.’ Het resultaat was een duidelijke omschrijving die aangaf waar het team voor wil staan. ‘En die hogere inschaling hebben we gekregen’, meldt Hielke enthousiast. ‘Voor ons was dat een geweldige mijlpaal. Volgende stap is dat het hele team de opleiding Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling gaat doen. Vanaf dat moment zijn we allemaal IAG’ers!’
In hun kracht
Behalve naar de inhoud van hun functie is het team ook kritischer gaan kijken naar de aard en duur van hun ondersteuning. ‘Er waren gezinnen bij wie we jarenlang over de vloer kwamen, we waren bijna deel van het gezin’, schetsen Hielke en Natasja. ‘Dat kwam omdat er geen duidelijk behandeldoel was geformuleerd. Daardoor hadden we ook geen duidelijke start, behandelfase en afronding. Dat is nu veranderd en dat heeft ook gevolgen voor de manier van ondersteunen. In plaats van zaken over te nemen, proberen we ouders nu meer in hun kracht te zetten en nieuw gedrag aan te leren. Op die manier kunnen we onze begeleiding afbouwen en in de afrondingsfase de ouders bekrachtigen in hun aangeleerde gedrag. Op het moment dat het behandeldoel is behaald, kunnen wij er dan uit en zou een ambulant begeleider het wellicht kunnen overnemen. Het streven is dat onze aanwezigheid veelal kortdurender zal zijn – hoewel er natuurlijk altijd gezinnen zullen zijn die langer onze ondersteuning nodig hebben.’
Samenwerking
Inmiddels zijn er al mooie voorbeelden van gezinnen waar Gezinsbehandeling is afgeschaald en een collega van Ambulant de ondersteuning heeft overgenomen. ‘Maar het opstarten van het ambulante gezinswerk is nog volop in ontwikkeling’, vertelt Natasja. ‘Die ambulant begeleider kan namelijk niet zomaar iemand zijn: hij of zij moet wel inzicht hebben in de gezinsproblematiek en we zullen samen goede werkafspraken moeten kunnen maken. Bovendien zouden deze begeleiders ook SKJ-geregistreerd moeten zijn om met kinderen en jongeren te mogen werken. Dat moet nog allemaal vorm krijgen, maar we zoeken de samenwerking nu al veel meer op.’ ‘Ik kwam bijvoorbeeld bij een paar gezinnen waar de kinderen inmiddels niet meer thuis woonden’, illustreert Hielke. ‘Dus eigenlijk bleef alleen de ondersteuning aan de ouders over, maar dat is niet mijn taak: die is om de situatie rond het kind veilig te houden. Daarom heeft Ambulant het hier overgenomen. Zo doet iedereen waar hij of zij goed in is. Maar voor sommige cliënten is het wel wennen, zeker bij gezinnen waar je al heel lang over de vloer kwam.’
Frustrerend
Het is duidelijk: het team is een professionaliseringsslag aan het maken, hetgeen een grote wens was. Er gaat al veel goed, maar de tot in de tenen gemotiveerde collega’s lopen ook regelmatig tegen beperkingen aan. ‘Wij zijn aan het veranderen, maar de organisatie verandert nog niet erg mee’, ervaart Hielke. ‘Met de multiproblematiek waarmee wij te maken hebben, moeten we binnen Odion kunnen shoppen bij bijvoorbeeld de logopedist of de ergotherapeut. Maar als wij een gezin hebben waarbij de financiering via de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning, red.) loopt, kunnen we daar binnen Odion helemaal niks mee. Dan moeten we aankloppen bij externen. Werken we via een jeugdteam, dan hebben we weer met een andere financiering te maken. Als je dan ten behoeve van het kind iets wilt regelen voor de ouders, loop je ook vast. Dat is vreselijk frustrerend en ingewikkeld. Je weet dat het er is, maar je kunt er niet bij.’
Trots
Ondanks deze frustraties is het team blij met de vorderingen die ze hebben gemaakt. ‘Door dit hele proces zijn we nu een heel hecht team geworden’, concludeert Natasja. ‘Alles is op tafel gekomen en alle neuzen staan dezelfde kant op. We werken zelforganiserend en iedereen pakt taken op waar hij goed in is. We hebben nu bovendien eens in de drie weken casuïstiek met het hele team, houden ook intervisie en weten elkaar te vinden als het nodig is. Daar hebben we met het hele team keihard aan gewerkt en daar zijn we heel trots op!’