CASUSTAFEL

Via het viervenstermodel naar een oplossing

Wat doe je als een cliënt een heel normale vraag stelt die bij nader onderzoek zó complex blijkt te zijn dat je vastloopt? Gedragsdeskundige Kiki Nortier en persoonlijk begeleider Linda Dijkman van Odion Voorstraat in Wijk aan Zee brachten hun dilemma in bij de casustafel van Odion. En wat niet mogelijk leek, bleek toen toch mogelijk.

Als je een vriendin hebt en samen een kindje hebt gekregen, dan is het niet meer dan logisch dat je met z’n drietjes samen in één huis wilt wonen. Dat is niet anders als je een man bent met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en bij Odion Voorstraat woont, terwijl je andere twee gezinsleden redelijk ver weg leven. ‘Toen mijn cliënt vertelde dat hij wilde samenwonen, nam ik die vraag dan ook heel serieus en wilde een plek voor hem regelen’, vertelt Linda. ‘Zijn voorkeur was een huurwoning in de wijk met ambulante begeleiding. Maar hij stond nog niet lang ingeschreven als woningzoekende, dus via die weg zou dat nog jaren duren. Daarom verkenden we ook de mogelijkheden bij Odion en andere instellingen in de buurt. Maar daar liepen we aan tegen het feit dat hij een indicatie heeft en zijn vriendin en het kindje niet. Daar is de maatschappij kennelijk niet op ingericht.’

Complex

Al vrij snel nadat haar cliënt zijn wens liet weten, nam Linda hierover contact op met Kiki. ‘Maar we liepen samen vast’, vertelt Kiki, ‘Dat kwam ook doordat er meer zaken rond dit gezin speelden. Daardoor waren er diverse hulpverleners betrokken die niet allemaal hetzelfde perspectief deelden over het samenwonen. Dat maakte het extra complex.’ De twee besloten daarom om de vraag van hun cliënt in te brengen bij de casustafel van Odion. ‘Daarin zijn verschillende disciplines binnen Odion vertegenwoordigd’, legt Kiki uit. ‘Vanuit je eigen vakmanschap bevraag je elkaar, zodat je tot een beter antwoord kunt komen en er ruimte ontstaat om verder te gaan. Dat gebeurt onder meer via het viervenstermodel, een vast onderdeel in de Odion-methodiek. In de sessie kregen we vooral het dilemma scherper, maar we kwamen er nog niet goed uit. Daarom besloten we een tweede ronde te organiseren, waarbij we ook alle andere hulpverleners uitnodigden en bureau Van Montfoort (gespecialiseerd in het viervenstermodel, red.) deze tafel lieten begeleiden.’

Beeldvorming

Het mooie van deze uitgebreide casustafel met alle zorgverleners was dat het inzicht bood in de samenwerking rond dit gezin en ook dat sommige vooroordelen rond de cliënt helder werden. ‘Veel betrokkenen wisten bijvoorbeeld niet goed wat NAH precies inhoudt en schatten de cliënt lager in dan hij is’, merkte Linda. ‘Zij dachten bijvoorbeeld dat hij nooit goed zelf voor zijn kind zou kunnen zorgen. Wij konden vertellen dat hij meer kon dan zij dachten. Dat maakte veel uit bij de beeldvorming rond zijn vraag.’

Feit of niet?

Een van de vensters in het model betreft een opsomming van de feiten in deze situatie. Bij deze inventarisatie viel het Kiki en Linda op dat men als feit aanmerkte dat je als cliënt met een WLZ-indicatie niet op een 24-uurslocatie kunt samenwonen met iemand zonder indicatie. ‘Wij vonden dat kul, temeer omdat wij dit binnen Odion wél proberen te bieden’, reageert Kiki verontwaardigd. ‘Dat kun je toch niet betekenisvol verantwoorden? En het is ook zeker niet ‘doen wat nodig is’, zoals in ons kompas staat. Dat zo iemand niet kan samenwonen, heeft te maken met hoe wij het organiseren, niet omdat het een feit is. Dat kwam in die sessie mooi op tafel, Linda en ik hebben daar hard voor gestreden.’

Bescherming

Een andere vraag die aan de orde kwam, is wat er zou gebeuren als het stel na een tijdje zou besluiten om uit elkaar te gaan. Wie zou dan bij wie moeten wonen en met welke indicatie? ‘Best heftig dat we ons daarmee bezig moesten houden’, vindt Kiki. ‘Maar wel zinvol. We kwamen er namelijk achter dat onze cliënt door zijn indicatie veel beter beschermd is qua recht op een woonplek. Dus dan zou het verstandiger zijn als hij bij haar zou intrekken dan andersom. Zorgbemiddeling wist hier veel over te vertellen. Dit alles maakte dat ik weer iets heb geleerd over de financiering en inrichting van de zorg, en dat die soms juist mogelijkheden bieden in plaats van beperkingen.’

Mazzel

Na de zaak van alle kanten te hebben bekeken en alle voors en tegens te hebben gewogen kwam de casustafel tot een besluit: de wens van de cliënt zou worden ingewilligd en het wonen zou wel zo veilig mogelijk moeten zijn. Daarvoor moest nog een aantal onzekerheden worden onderzocht en dat is ook gebeurd. ‘De cliënt heeft uiteindelijk een plek gevonden door een loting via de woningbouw’, vertelt Linda. ‘Daar heeft hij veel mazzel mee gehad. Maar het betekende wel dat we ineens allemaal moesten hollen om alles goed te regelen. De cliënt en zijn gezin wonen nu in Alkmaar en krijgen begeleiding via Esdégé-Reigersdaal, die onze zorgpartner is in de regio Alkmaar waar het gaat om NAH. In de aanloop daarheen hebben we een overgangsperiode gehad, waarin ik als begeleider ambulante zorg heb verleend.’ ‘Dat vind ik dus zo goed, hè’, reageert Kiki. ‘We hebben niet gezegd: ‘Dat is onze regio niet, dus dat doen we niet’. Alles is gewoon financieel en inhoudelijk geregeld, en gefaciliteerd door de teamleider van Odion Voorstraat, ook al was dat best ingewikkeld. We hebben ons niet laten weerhouden door de regels, maar hebben hier gewoon heel goede zorg geleverd met het kompas als uitgangspunt. Daar ben ik enorm trots op.’