VRIJHEID EN VEILIGHEID
Wat een goed gesprek daarover kan opleveren
VRIJHEID EN VEILGHEID
Wat een goed gesprek daarover kan opleveren
Vanuit de Wet zorg en dwang én vanuit ons kompas laten we de regie over het leven van een cliënt liefst zoveel mogelijk bij hem of haar zelf. Dat kan soms wringen met je eigen ideeën over goede zorg. Maar door het gesprek aan te gaan met de betrokkenen en samen fouten te durven maken, kunnen nieuwe mogelijkheden ontstaan. Zoals bij een van onze woonlocaties in de Zaanstreek.*
Het afgelopen jaar hebben we binnen Odion veel aandacht besteed aan het onderwerp ‘vrijheid en veiligheid’. En dat was niet voor niets: in de zorg voor en ondersteuning van cliënten is er altijd een spanningsveld tussen eigen regie en het willen beperken van risico’s. Is een vrijheidsbeperkende maatregel echt nodig? Of aanvaarden we de mogelijke gevolgen wanneer we die maatregel achterwege laten en weegt eigen regie zwaarder? En wat is het moment dat je een bestaande maatregel tegen het licht houdt om te zien of het inmiddels misschien ook anders kan?
Lijntje
Bij dergelijke vraagstukken is de samenwerking tussen gedragsdeskundige en persoonlijk begeleider heel belangrijk, zo vindt gedragsdeskundige Yorinde Post. Zij is verbonden aan diverse Odionlocaties in de Zaanstreek. ‘Om goed inhoudelijk te kunnen meedenken en de juiste beslissingen te kunnen nemen, is het essentieel dat je de cliënt en het team goed kent’, ervaart ze. ‘Daarom is het fijn dat je als gedragsdeskundige je ‘eigen’ locaties hebt en deze regelmatig bezoekt. Zeker als het onrustig is rond een cliënt, wanneer een situatie schuurt, houden de begeleider en ik een continu lijntje. Maar ik loop ook geregeld even binnen bij bijvoorbeeld een koffiemoment.’
Spanningen
Wie de eerste stap neemt om een maatregel in te stellen of deze opnieuw te bekijken, varieert en hangt af van de situatie, ervaart persoonlijk begeleider Suzan Boon. ‘Als het nodig is, zoeken we elkaar op’, vertelt zij. ‘En soms vraagt een cliënt zelf om een gesprek met Yorinde erbij. Meestal is dat als er spanningen zijn, zoals zaken die voor het gevoel van de cliënt van bovenaf zijn besloten. Dan gaan we met Yorinde het gesprek aan en doordenken we samen wat alle opties zijn – liefst met de cliënt erbij of een wettelijk vertegenwoordiger.’ ‘Ja, op die manier kom je soms namelijk op andere ideeën dan je zelf kunt bedenken’, vult Yorinde aan. ‘En we hebben gemerkt dat het veel beter werkt als de cliënt de beslissing rond een maatregel zelf neemt.’
Weerstand
Suzan en Yorinde spreken uit ervaring. Zij hebben het afgelopen jaar een mooi voorbeeld meegemaakt dat ze in VONK graag met collega’s delen. ‘Op een van de locaties woont een cliënt die nogal wat heeft meegemaakt in zijn leven en zijn diepe wonden verdooft met middelengebruik’, schetst Yorinde. ‘Op een bepaald moment ging het echt heel slecht met hem. Om te voorkomen dat hij nog meer van zijn boodschappengeld aan zijn verslaving zou uitgeven, hebben we toen besloten om een maatregel op zijn leefgeld te zetten en hem weekgeld te geven. Destijds was het echt nodig om in te grijpen, maar hij had daar flink wat weerstand tegen. Hij vond het niet eerlijk dat dit voor hem besloten werd.’
Opties
Toen Suzan op de locatie kwam werken en de persoonlijk begeleider van deze cliënt werd, merkte zij dat de maatregel eigenlijk niet het gewenste effect had en zelfs zijn doel voorbij schoot. ‘Hij was nog steeds vrijwel continu onder invloed en hij veroorzaakte ook regelmatig overlast op de locatie’, herinnert zij zich. ‘Het leek alsof het eigenlijk niet slechter kon gaan dat dit. Dat maakte dat ik andere opties wilde verkennen met Yorinde en met andere mensen die hem goed kennen. En natuurlijk met de cliënt zelf.’ Na goed overleg werd besloten om de cliënt een periode daggeld te geven en te zien wat er dan zou gebeuren. ‘Toen werd het al snel nóg veel slechter’, vertelt Suzan. ‘Je bent in zo’n situatie misschien geneigd om dan meteen de oude maatregel weer in te stellen, maar we vonden dat we het experiment de kans moesten geven.’
* Om herleidbaarheid zoveel mogelijk te beperken, noemen we geen locatie en zijn verzonnen namen gebruikt voor de cliënt en de begeleider.
Suzan: ‘We vonden dat we het experiment een kans moesten geven’
Gehoord
Het positieve aan deze situatie was dat de cliënt op een bepaald moment zelf óók inzag dat het op deze manier niet goed ging. ‘Hij merkte bijvoorbeeld dat hij door al dat gebruik niet goed in zijn vel zat op de dagbesteding, terwijl hij het daar juist zo fijn vindt’, vervolgt Suzan. ‘Dat gaf een mooie ingang om samen het gesprek aan te gaan over zijn wensen, mogelijkheden en beperkingen.’ ‘Uiteindelijk zijn we op een boodschappenweekbedrag uitgekomen dat zelfs nog minder was dan de aanvankelijke beperkende maatregel’, vervolgt Yorinde. ‘En sindsdien doet hij het prima! Hij is nog steeds verslaafd, maar hij trapt niet langer meer tegen alles aan. Gewoon omdat hij zich gehoord voelt en zelf mocht meebeslissen.’ Natuurlijk kende dit ‘experiment’ risico’s. ‘Maar we voelden ons gesterkt door de uitkomst van de diagnostiek waarmee we zijn emotionele niveau in kaart hadden gebracht’, legt Yorinde uit. ‘Daar kwam uit dat bij deze cliënt een begeleidingsstijl past waarbij hij echt kan meebeslissen. Vandaar dat we bij dat we bij deze aanpak dachten: ‘Dit klopt’.’
Vertrouwen
Behalve dat het momenteel relatief goed gaat met de cliënt heeft de situatie nóg iets positiefs opgeleverd. ‘Hij heeft veel meer vertrouwen gekregen in Yorinde en mij’, merkt Suzan. ‘Ik denk dat we dat niet hadden bereikt als we bij dat daggeld eerder aan de rem hadden getrokken. We gaven hem de kans om fouten te maken, net als een kind dat een keer van de schommel moet vallen om te beseffen dat het voorzichtig moet zijn.’ Dat neemt niet weg dat het middelengebruik van de cliënt nog af en toe problemen geeft. ‘Vooral in het weekend’, weet Yorinde. ‘Hij kiest er namelijk niet voor om te stoppen, maar om zijn gebruik te beperken tot vrijdag, zaterdag en zondag. Dat zorgt tijdens die dagen nog wel eens voor problematisch gedrag naar medebewoners.’ Toch denkt de cliënt wel na over stoppen. ‘Hij zegt wel eens: ‘Er komt een dag dat ik stop, maar niet nu’,’ vertelt Suzan. ‘De opgelopen wonden zijn kennelijk nog steeds zo pijnlijk dat ze verdoofd moeten worden. Daarom is ons doel om met zoveel mogelijk eigen regie hem zo gecontroleerd mogelijk te laten gebruiken en hem een zinvolle dagbesteding te bieden. Dat is voor nu het maximaal haalbare. En dat lukt.’
Tip voor collega’s van Yorinde en Suzan
De perfecte aanpak bestaat niet. Een maatregel kan een goed instrument zijn voor een beter leven, maar blijf continu het gesprek aangaan met de cliënt en iedereen die bij hem/haar betrokken is. En: durf een fout te maken, want in dit geval bood dat juist de ingang voor verbetering.