reflectie

ANNEMARIE VAN DALEN

‘Zoeken naar het juiste midden’

De coronapandemie heeft ook bij Odion ontegenzeggelijk een stempel gedrukt op het werk, de plannen en activiteiten. Maar de manier waarop de organisatie hiermee is omgegaan, getuigt van een enorme kracht, vindt bestuurder Annemarie van Dalen.

recht doen

‘Wat is het goede om te doen? Die vraag heb ik in 2020 bijna dagelijks gesteld. Blijft de dagbesteding open of gaan we sluiten? Mondkapjes in het Service Bureau of niet? Doen we deze bijeenkomst live of via Zoom? Gaan we voor veiligheid of psychisch welbevinden? En wat betekent dit dan concreet? Zelden kwamen de antwoorden snel en duidelijk. En dat is niet voor niets. Het zijn allemaal kwesties, hoe groot of klein ook, waar verschillende waarden in het geding zijn. En waarover iedereen een mening heeft. Odion is wat dat betreft een samenleving in het klein: opvattingen te over. En dan gaat het om het vinden van de juiste maat, de juiste toon, niet teveel maar ook niet te weinig. Zoeken naar keuzen die recht doen aan het geheel. Dat is wat de filosoof Aristoteles bedoelde met zoeken naar ‘het juiste midden’. Het vraagt om wikken en wegen, om vragen stellen en opvattingen onderzoeken. Maar ook om de moed om vanzelfsprekendheden ter discussie te stellen, jezelf uit te spreken en soms keuzen te maken die tegen de stroom in gaan. En van die moed heb ik heel veel gezien.’

doorbreken

‘Als de pandemie daarnaast iets heeft duidelijk gemaakt, dan is het wel dat er vaak meer mogelijk is dan we denken. Corona spoorde ons aan om creatief te zijn, bestaande routines te doorbreken, te leren en anticiperen op steeds wisselende omstandigheden. Daar ben ik enorm trots op. Zo was het mooi om te zien dat bureaucratische regels minder belangrijk werden. Dagbesteding konden we voorheen bijvoorbeeld uitsluitend organiseren binnen het kader van het financieringsregime. Nu was het mogelijk om gewoon te regelen wat nodig was. Dat geeft wel te denken: veel bureaucratie is kennelijk te doorbreken, als we dat willen. Die energie moeten we vasthouden’

breder spectrum

‘Ook zijn in het afgelopen jaar nieuwe inzichten ontstaan. Doordat bestaande structuren wegvielen, beseften begeleiders dat ze dingen op een andere manier moesten gaan doen. Daardoor gingen zij nog beter kijken naar de individuele behoeften van de cliënten en deden zij wat voor die persoon nodig was. Dat leidde soms tot nieuwe vormen van zorg en ondersteuning. Een voorbeeld: enkele cliënten die nu noodgedwongen een-op-een dagbesteding op de woonlocatie kregen, bloeiden daar enorm van op. Kennelijk paste dit beter bij deze individuele personen dan dagelijks naar een dagbestedingslocatie gaan. Dat heeft ons doen inzien dat we ons spectrum binnen dagbesteding veel meer moeten verbreden.’

‘Veel bureaucratie is kennelijk te doorbreken als we willen’

beter worden

‘Zoals te lezen in het openingsartikel van dit jaarverslag, is ons kompas ook het afgelopen jaar een belangrijke leidraad en toetssteen gebleken. Vanuit dit kompas zijn we zaken simpeler gaan organiseren. Dat maakt dat overbodige ballast wegvalt en we meer ruimte hebben om de diepte in te gaan op waar het ons echt om begonnen is. Op sommige van die punten doen wij goed. Kijken we echter naar een punt als ZELF KIEZEN, dan blijkt ook uit dit jaarverslag dat we daar nog wel een slag in te maken hebben. Zo zien we in de praktijk van alledag nog steeds hoe we cliënten soms bewust of onbewust beperken met onze eigen opvattingen. Daar kunnen we dus nog niet tevreden mee zijn en daarom blijft dit een aandachtspunt voor volgend jaar. De Odionmethodiek, onze verdiepingsdagen en de geest van de Wet Zorg en dwang gaan ons daarbij helpen. Het is een voorbeeld van een punt dat we bewust in dit kwaliteitsjaarverslag benoemen, zodat we daarvan kunnen leren en beter kunnen worden.’

nooit klaar

‘Als ik kijk naar 2021 en de jaren daarna, dan zijn die erop gericht om de dagelijkse praktijk elk jaar een beetje meer in lijn met onze opvattingen over goede zorg en goed organiseren te brengen. Dat doen we door steeds een tandje dieper in te zetten op alle punten uit ons kompas, want we zijn nooit klaar. En elke keer weer vinden we met elkaar uit wat het juiste midden is. Ik weet zeker dat we dat de komende tijd nog veelvuldig zullen doen.’